Geschiedenis St. Anthonius gilde Sambeek
Oude koster legt juiste oprichtingsdatum vast
Misschien heeft hij een vooruitziende blik gehad. Enkele maanden voor zijn dood pakte koster Christiaen Crouwers zijn ganzenveer en schreef de stichtingsakte van het Sint Anthoniusgilde uit Sambeek over.
Die was door ouderdom en wellicht ook veelvuldig gebruik bijna onleesbaar geworden. Aan deze Christiaen Crouwers is het te danken dat precies bekend is gebleven wanneer en waar het Sint Anthoniusgilde werd opgericht. Dat gebeurde op 6 mei 1421 in de kerk van Sambeek op het Onze Lieve Vrouwe- en Sint Anthoniusaltaar. Enkele maanden nadat hij de stichtingsbrief had overgeschreven overleed de toen 81-jarige koster op dinsdag 30 mei 1628. Hij was er dus precies op tijd mee geweest, temeer daar de oorspronkelijke stichtingsbrief is verdwenen.
Het gilde van Sambeek is vernoemd naar Sint Anthonis Abt, ook wel ‘Sint Anthonius met het varken’ genoemd.
Populaire heilige
Dat bij de oprichting voor de naam Sint Anthoniusgilde werd gekozen is niet vreemd. Er was in de kerk van Sambeek immers al een altaar dat aan deze heilige was toegewijd.
Zo’n zeshonderd jaar geleden was Anthonius een populaire heilige. Hij zou mens en dier tegen allerlei ziekten en onheilen beschermen, zo dacht men toen. Zijn bijnaam ‘Anthonius met het varken’ heeft hij te danken aan een religieuze orde uit de middeleeuwen, die zijn varkens vrij mocht laten rondlopen als vergoeding voor het verplegen van zieken. Deze varkens werden geslacht op 17 januari, de feestdag van Anthonius. Het vlees ervan ging naar de armen. Of dat toentertijd op die dag ook in Sambeek gebeurde, is niet bekend.
Er zijn overigens meerdere gilden die naar Sint Anthonius zijn vernoemd, terwijl een aantal parochies eveneens zijn naam draagt.
SCHUTTERSGILDE
Het Sambeekse Sint Anthoniusgilde was bij de oprichting in 1421 een ‘broeder- en zusterschap’, die nauw verbonden was met de katholieke kerk. Zo werd op het Sint Anthoniusaltaar wekelijks een gezongen of gelezen heilige mis opgedragen, waarbij de gildenleden aanwezig moesten zijn. Als zodanig fungeerde het altaar dus als bindmiddel tussen de broeders en zusters. Onder meer door oorlogen en andere rampen geraakte het Sambeekse Sint Anthoniusgilde in de zestiende eeuw in enigszins verval.
Halverwege de Tachtigjarige Oorlog echter, vooral na het Twaalfjarig Bestand (1612-1621), groeide de noodzaak om het eigen dorp te beschermen tegen plunderingen door soldaten en geboefte. Dat resulteerde in 1628 in een herbevestiging van de oude reglementen, aangevuld met een aantal nieuwe bepalingen, opgeschreven door Christiaen Crouwers. Logisch dat hij daarin ook de oorspronkelijke stichtingsbrief opnam.
HOUTEN VOGEL
Het Sint Anthoniusgilde ontwikkelde zich sindsdien meer en meer tot een schuttersgilde, een organisatie die de inwoners van het dorp beschermde tegen allerlei onheilen, waaronder ook brand. Het godsdienstige karakter van het Sint Anthoniusgilde echter bleef behouden, evenals het bevorderen van de onderlinge band tussen de leden.
Dat gebeurde, behalve door het bijwonen van de heilige missen, ook door het houden van gezamenlijke maaltijden. Als belangrijke nevenactiviteit kwam daar het schieten op de houten vogel bij om de weerbaarheid te vergroten. Daartoe werden door het jaar heen regelmatig schietoefeningen gehouden.
Later zou het schieten op de vogel een van de belangrijkste activiteiten van het gilde worden.
Het opnieuw vastleggen van de reglementen in 1628 gebeurde met instemming van pastoor Matthys Rybroeck, de gerechtsdeurwaarders Jan Alyslegers (namens de prins van Oranje) en Eymerick van Aeldrum (namens de heer van Boxmeer) en schoolmeester Wijllem Ansems Boenenberch en alle mannen wiens (voor)vader lid van het gilde waren geweest.
Nadien is het reglement nog enkele keren aangepast aan veranderde omstandigheden. Het betrof dan bijvoorbeeld de kosten voor de gildenbroeder die de vogel had afgeschoten. Niet iedereen wilde daarvoor diep in de buidel tasten.
KONINGSSCHIETEN
Werd aanvankelijk op de maandag en de dinsdag na Drievuldigheidszondag (de zondag na Pinksteren) op de vogel geschoten, tegenwoordig gebeurt dat op Tweede Pinksterdag op het schietterrein aan de zuidkant van Sambeek, niet ver van de Grotestraat. In het verleden is de houten vogel ook wel op een van de wieken van de windmolen bevestigd geweest.
Bij het krieken van de dag trekken de tamboers met de andere gildenbroeders door het dorp om de koning te wekken en om aan te kondigen dat de dag van het koningschieten is aangebroken. Daarna volgt een koffietafel in het gildenhuis. Na afloop van een eucharistieviering voor de levende en overleden leden wordt een vendelgroet gebracht aan de wereldlijke en geestelijke overheid. ’s Middags wordt er dan op de vogel geschoten om uit te maken wie zich voor een jaar koning mag noemen. De nieuwe koning is verplicht om vóór zonsondergang een koningin aan te wijzen, anders vervalt zijn koningschap. Tevens wordt er om de prijsvogel geschoten.
Nadat koning, koningin en prijskoning bekend zijn, keert het gilde terug naar het gildenhuis en wordt de koningin thuis opgehaald. Het nieuwe koningspaar en de prijskoning krijgen vervolgens een uitgebreide vendelgroet. Daarna volgt een gezellig samenzijn, maar de eigenlijke teeravond mét de gildenzusters is daags daarna.
ANDERE ACTIVITEITEN
Door het jaar heen is het Sint Anthoniusgilde present bij verschillende gelegenheden zoals de Boxmeerse Vaart, St. Jans kransweiding in Sambeek, het gemeentelijk koningschieten en twee gildendagen. Het gilde organiseert jaarlijks ook een schietconcours. Een aantal leden doet mee aan wekelijkse wedstrijden in en buiten de regio. Ook bewijzen de gildenbroeders, indien gewenst, de laatste eer aan een overleden medelid.
Het nieuwe verenigingsjaar wordt geopend op 17 januari (de feestdag van de heilige Antonius Abt dus) met een jaarvergadering en teeravond voor alleen de mannelijke leden. Het verenigingsjaar loopt tot de zogeheten ‘verloren maandag’, de eerste maandag na Driekoningen.